Feiten en context

De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet (artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet). In principe komt het de gemeente toe om gelijk welke materie te belasten wanneer zij dat budgettair of beleidsmatig noodzakelijk acht.

De gemeentelijke reglementen kunnen een looptijd hebben van meerdere jaren. Aan de belastingreglementen wordt jaarlijks uitvoering gegeven door de inschrijving van de overeenkomstige kredieten in het meerjarenplan.

De geldigheidsduur van de belastingreglementen in Boechout wordt beperkt gehouden ten belope van de duur van de meerjarenplanning 2020-2025.

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van rendabele belastingen.

Juridische grond

De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Financiële gevolgen

Het budget werd voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025.

 

Stemming

 

13 stemmen voor

Ria Van Den Heuvel, Koen T'Sijen, Els Augustinus, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Kris Swaegers, Philip Verstappen, Bruno Doms, Willy Van Genechten, Marleen Dolfeyn, Joost Derkinderen, Lotte Vanstraelen en Fernando Marques da Silva

7 stemmen tegen

Wally Liekens, Sven Snyders, Annelies Veron, Erik Philibert, Filip Peeters, Lode Van den Brande en Greet Van Brussel

 

BESLUIT

 

Artikel 1 - Begripsomschrijving

De gemeente Boechout heft met ingang van 1 januari 2023 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 een belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en bij het uitvoeren van verbouwingswerken en/ of bestemmingswijziging van bestaande gebouwen.

 

Artikel 2 - Definities

Voor de definities van de begrippen wordt verwezen naar de definities vermeld in de bouwcode van de gemeente Boechout en in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

§ 1. De belasting is verschuldigd door de houder van een omgevingsvergunning afgeleverd volgens de bepalingen van de bouwcode gemeente Boechout, RUP, BPA of verkaveling en die:

 a) Op grond van deze vergunning ontheven wordt van de verplichting of in de

 onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de omgevingsvergunning

 voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen binnen de voorgeschreven tijd;

 b) Eén of meer van de in deze omgevingsvergunning verplicht aan te leggen

 parkeerplaatsen niet heeft aangelegd binnen de voorgeschreven tijd.

 

De belasting is verhaalbaar op de rechtsopvolgers ten algemene en ten bijzondere titel van de houder van de omgevingsvergunning.

 

§ 2. De belasting is eveneens verschuldigd door de eigenaar indien de bestemming van de parkeerplaats(en) zodanig gewijzigd wordt dat niet meer voldaan wordt aan de omgevingsvergunning.

 

Artikel 4 - Tarief van de belasting

De belasting bedraagt 12.500 euro per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats.

 

Artikel 5 - Inkohiering

De gemeente Boechout vestigt de belasting door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6 - Betalingstermijn

De betaling is betaalbaar binnen de twee maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Dit aanslagbiljet wordt kosteloos door de financieel directeur aan de belastingplichtige gestuurd.

 

Artikel 7 - Bezwaar

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (en latere wijzigingen).

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8 - Bekendmaking

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.