Feiten en context

De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet (artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet). In principe komt het de gemeente toe om gelijk welke materie te belasten wanneer zij dat budgettair of beleidsmatig noodzakelijk acht.

De gemeentelijke reglementen kunnen een looptijd hebben van meerdere jaren. Aan de belastingreglementen wordt jaarlijks uitvoering gegeven door de inschrijving van de overeenkomstige kredieten in het meerjarenplan.

De geldigheidsduur van de belastingreglementen in Boechout wordt beperkt gehouden ten belope van de van de duur van de meerjarenplanning 2020-2025.

Argumentatie

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012, met latere wijzigingen, tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

Juridische grond

De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Financiële gevolgen

Het budget werd voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025.

 

Stemming

 

17 stemmen voor

Ria Van Den Heuvel, Koen T'Sijen, Els Augustinus, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Kris Swaegers, Philip Verstappen, Sven Snyders, Annelies Veron, Erik Philibert, Bruno Doms, Willy Van Genechten, Marleen Dolfeyn, Greet Van Brussel, Joost Derkinderen, Lotte Vanstraelen en Fernando Marques da Silva

3 stemmen tegen

Wally Liekens, Filip Peeters en Lode Van den Brande

 

BESLUIT

 

Artikel 1 - Begripsomschrijving

Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Boechout.

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangewezen product of de aangeboden dienst.

Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de

bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

 

Artikel 2 - Belastingtermijn

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever. Indien de verantwoordelijke uitgever niet gekend is of indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting solidair in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler van het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product.

Indien de verantwoordelijke uitgever een natuurlijk persoon is met als adresgegevens de maatschappelijke zetel of vestigingszetel van een rechtspersoon, wordt de rechtspersoon geacht de verantwoordelijke uitgever te zijn.

 

Artikel 4 - Tarief van de belasting

De belasting bedraagt :

- 0,03 euro per exemplaar met een minimum van 176,00 euro per bedeling.

 

Artikel 5 - Aangifteplicht

De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen vóór de verspreiding of uiterlijk tijdens de periode van 14 dagen die volgen op de verspreiding van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag. Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of daarmee gelijkgesteld product.

Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de ontdoken belasting.

 

Artikel 6 - Vrijstellingen

De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld :

1. publicaties van publiekrechtelijke personen;

2. publicaties van socio-culturele en sportverenigingen;

3. publicaties van kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden.

 

Artikel 7 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8 - Betalingstermijn

Aan de belastingplichtige wordt een aanslagbiljet kosteloos toegezonden.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9 - Bezwaar

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (en latere wijzigingen).

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 10 - Bekendmaking

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Artikel 11

Dit reglement vervangt het vorige reglement van 26 april 2021.