Joost Derkinderen Filip Peeters Frank Coenen Lode Van den Brande Rudi Goyvaerts Marleen Dolfeyn Erik Philibert Greet Van Brussel Christel Naenen Philip Verstappen Heleen Rymen Ria Van Den Heuvel Dirk Crollet Nancy Vanhees Johan Van Hoof Bruno Doms Ines De Keulenaer Koen T'Sijen Annelies Veron Wally Liekens Kris Swaegers Els Augustinus Sven Snyders Willy Van Genechten Joost Derkinderen Filip Peeters Lode Van den Brande Rudi Goyvaerts Marleen Dolfeyn Erik Philibert Greet Van Brussel Christel Naenen Philip Verstappen Heleen Rymen Ria Van Den Heuvel Dirk Crollet Nancy Vanhees Johan Van Hoof Bruno Doms Ines De Keulenaer Koen T'Sijen Annelies Veron Wally Liekens Kris Swaegers Els Augustinus Sven Snyders Willy Van Genechten Els Augustinus Kris Swaegers Willy Van Genechten Dirk Crollet Joost Derkinderen Philip Verstappen Rudi Goyvaerts Bruno Doms Nancy Vanhees Marleen Dolfeyn Heleen Rymen Johan Van Hoof Koen T'Sijen Ria Van Den Heuvel Ines De Keulenaer Erik Philibert Wally Liekens Annelies Veron Sven Snyders Filip Peeters Christel Naenen Lode Van den Brande Greet Van Brussel aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 9 Goedgekeurd
Voorgeschiedenis
Bij de opmaak van het leegstandsregister wordt vastgesteld dat er in Boechout woongelegenheden zijn die gebruikt worden zonder dat de bewoners zijn ingeschreven in het bevolkingsregister. De gemeente wenst een belasting op tweede verblijven in te stellen.
Feiten en context
De gemeentelijke fiscale autonomie is verankerd in de Grondwet (artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet). In principe komt het de gemeente toe om gelijk welke materie te belasten wanneer zij dat budgettair of beleidsmatig noodzakelijk acht.
De gemeentelijke reglementen kunnen een looptijd hebben van meerdere jaren. Aan de belastingreglementen wordt jaarlijks uitvoering gegeven door de inschrijving van de overeenkomstige kredieten in het meerjarenplan.
De geldigheidsduur van de belastingreglementen in Boechout wordt beperkt gehouden ten belope van de meerjarenplanning 2020-2025.
Argumentatie
Het reglement op tweede verblijven kadert als onderdeel van het lokaal woonbeleid. De gemeente wenst de sociale cohesie in de gemeente te bevorderen. Het is hiertoe wenselijk dat het beschikbaar patrimonium optimaal benut wordt voor wonen.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Juridische grond
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 19 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Financiële gevolgen
Het budget werd voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025.
Stemming
14 stemmen voor
Ria Van Den Heuvel, Koen T'Sijen, Els Augustinus, Dirk Crollet, Rudi Goyvaerts, Kris Swaegers, Philip Verstappen, Nancy Vanhees, Johan Van Hoof, Bruno Doms, Willy Van Genechten, Marleen Dolfeyn, Heleen Rymen en Joost Derkinderen
9 stemmen tegen
Wally Liekens, Sven Snyders, Christel Naenen, Annelies Veron, Erik Philibert, Filip Peeters, Lode Van den Brande, Greet Van Brussel en Ines De Keulenaer
BESLUIT
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
§1. Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de chalets gelijkgesteld aan caravans die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
§2. Als tweede verblijf worden niet beschouwd:
• het gebouw uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een (aantoonbare) beroepsactiviteit;
• de tenten en woonaanhangwagens;
• verplaatsbare caravans, tenzij deze tenminste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;
• elke woongelegenheid in beheer van de sociale huisvestingsmaatschappij, het sociaal verhuurkantoor, het OCMW, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf;
• de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaand kalenderjaar niet als tweede verblijf werd aangewend.
• een woongelegenheid die geregistreerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar kan niet worden opgenomen op de lijst tweede verblijven.
Artikel 2 - Belasting op tweede verblijven
Er wordt voor een periode aanvang nemend op 01.01.2020 en eindigend op 31.12.2025 een jaarlijkse belasting geheven op tweede verblijven.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is ondeelbaar en voor gans het jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.
Diens belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of tijdelijk niet gebruikt wordt en geldt ongeacht het feit of de eigenaar al dan niet is ingeschreven op een ander adres in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder en de erfpachthouder.
De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 - Tarief van de heffing
De belasting wordt vastgesteld op 1.250 euro per jaar en per tweede verblijf.
Artikel 5 - Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6 - Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 - Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (en latere wijzigingen).
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
Deze indiening moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 8 - Bekendmaking
Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2020 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.