Meeting.burger Boechout

Voorgeschiedenis
De gemeenteraad heeft afgelopen legislatuur de nodige besluiten getroffen omtrent de

omschrijving van het begrip dagelijks bestuur, machtiging in kader van overheidsopdrachten

en delegatie voor het aangaan van leningen en beleggingen in het kader van het

thesauriebeheer. In het kader van een vlotte dagelijkse werking is het nuttig en wenselijk om deze besluiten te hernieuwen.

Feiten en context

De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van aangelegenheden van gemeentelijk belang met de mogelijkheid om in ruime mate bevoegdheden te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen. Dit geldt eveneens voor overheidsopdrachten.

De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht. (artikel 41 , 2de lid , 10°van het DLB)

De gemeenteraad kan echter deze bevoegdheid delegeren aan het college van burgemeester en schepenen in volgende gevallen :

● Voor opdrachten die passen binnen het begrip van ‘dagelijks bestuur’

● Voor opdrachten die door de gemeenteraad nominatief aan het college zijn toevertrouwd.

Deze delegatie blijft geldig voor de duur van de legislatuur of totdat de gemeenteraad er een einde aan stelt.

Om de continuïteit en de vlotte werking van de diensten te garanderen, is het aangewezen om het begrip ‘dagelijks bestuur’ een ruime invulling te geven.

Op die manier komt de gemeentelijke administratie niet in het gedrang en kan de gemeenteraad zich concentreren op het beleidsmatige aspect van het gemeentelijk beleid.

Als opdracht van dagelijks bestuur in de zin van artikel 56 §3 5° en artikel 84 §3 5° van het decreet Lokaal Bestuur worden beschouwd: alle verbintenissen voor werken, leveringen en diensten binnen de perken van de daartoe op het exploitatiebudget ingeschreven kredieten.

Het vaststellen van het begrip ‘dagelijks bestuur’ behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Voorgesteld wordt om het begrip ‘dagelijks bestuur’ als volgt te omschrijven:

Alle handelingen i.k.v. overheidsopdrachten dewelke betrekking hebben op:

● Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het exploitatiebudget;

● Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het investeringsbudget en waarvan het bedrag niet hoger is dan het bedrag vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 (opdrachten beperkte waarde), (heden € 30.000 excl. btw);

● Alle uitgaven van het investeringsbudget die betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur en/of patrimonium. Onder dit type van investeringen wordt o.a. verstaan: alle vervangingsinvesteringen en de aankoop van materialen voor onderhoud van wegen, openbaar domein en gebouwen, onafhankelijk van de (geraamde) waarde van de investering;

● Het aanbrengen van wijzigingen aan een overeenkomst die nodig zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst en die geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % met zich meebrengen;

● Het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten worden geplaatst en de voorwaarden ervan, in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet voorziene omstandigheden, en die normaal tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren, dit op voorwaarde dat het besluit wordt medegedeeld aan de gemeenteraad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt;

● Het toetreden tot een aankoopcentrale (art. 41, 1ste lid DLB ).

Naast de items die vallen onder het dagelijks bestuur delegeert de gemeenteraad eveneens alle opdrachten dewelke ze nominatief aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwt. Deze nominatieve lijst zal steeds afzonderlijk aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter goedkeuring.

Voor investeringsuitgaven die overeenkomstig art. 56, §3, 6 DLB werden gedelegeerd alle bijkomende uitgaven ongeacht het bedrag van de bijkomende uitgaven zolang deze binnen budget blijven.

De gemeenteraad is eveneens bevoegd voor het vaststellen van de procedure en de voorwaarden voor het beheer van de schuld, in het bijzonder voor het aangaan van leningen en het herschikken van bestaande leningen. De gemeenteraad kan deze bevoegdheid echter delegeren aan het college van burgemeester en schepenen binnen het begrip "dagelijks bestuur".

Deze delegatie is belangrijk omdat soms op zeer korte termijn beslissingen dienen genomen te worden om de beste marktvoorwaarden te kunnen garanderen.

Over het aangaan en het beheer van de schuld, die rechtsreeks invloed heeft op de autofinancieringsmarge, zal minstens tweemaal per jaar gerapporteerd worden: bij de opmaak en elke aanpassing van de financiële meerjarenplanning en bij de jaarrekening.

Ook voor beleggingen met een looptijd van langer dan 1 jaar is het om dezelfde redenen wenselijk deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen te delegeren binnen het begrip “dagelijks bestuur”.

Ook de invulling van het begrip ‘ voorafgaandelijk visum’ moet opnieuw worden bekeken. Het voorafgaand visum van de financieel directeur houdt in dat de wettigheid en de regelmatigheid onderzocht wordt van verbintenissen voordat er wordt overgegaan tot de gunning.

De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.

Aanvullend bepaalt artikel 99 van het Besluit van de Vlaamse Regering dd 30/3/2018 dat

bepaalde verrichtingen niet kunnen uitgesloten worden van visumverplichting :
1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;
2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;
4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro;
5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro;
6° de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan tienduizend euro.

Het is wenselijk bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uit te sluiten van visumverplichting om de goede werking van de gemeente niet in het gedrang te brengen. Het is immers organisatorisch niet haalbaar om alle uitgaven te viseren voordat de verbintenis ontstaat. Voorgesteld wordt dat alle verbintenissen die vallen onder het begrip dagelijks bestuur met een bedrag lager dan € 10.000 excl. btw worden uitgesloten van visumverplichting. Dit betreft de verrichtingen dewelke verlopen via de ‘bestelbonprocedure’. Bijkomend wordt voorgesteld om de verrichtingen met betrekking tot subsidies, toelagen en premies eveneens vrij te stellen van voorafgaand visum indien het bedrag niet hoger is dan € 1.250.

Advies

De algemeen en financieel directeur en het managementteam geven positief advies om het begrip ‘dagelijks bestuur’ te beslissen zoals voorgesteld met als doel de vlotte werking van de administratie en opdat de gemeenteraad zich ten volle ten concentreren op het beleidsmatige aspect van het gemeentelijk beleid.

Juridische grond

Wetgeving overheidsopdrachten en het decreet Lokaal Bestuur.

Art. 41, 2de lid, 10° van het DLB

Art. 56 § 3 , 6° van het DLB

Art. 266 van het DLB

Art. 267 van het DLB

Art. 99 BVR van 30 maart 2018 mbt BBC

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

Stemming

13 stemmen voor

Philip Verstappen, Koen T'Sijen, Els Augustinus, Kris Swaegers, Nathalie Van Puyvelde, Dirk Crollet, Katrijne Van Hoof, Ria Van Den Heuvel, Rudi Goyvaerts, Bruno Doms, Joost Derkinderen, Jesse Franquet en Fernando Marques da Silva

8 stemmen tegen

Sven Snyders, Christel Naenen, Annelies Veron, Erik Philibert, Lode Van den Brande, Joris Wustenberghs, Bjorn Aertgeerts en Tine Bracke

1 onthouding

Mieke Kaniszai

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad stelt het begrip ‘dagelijks bestuur’ als volgt vast :

● Alle uitgaven waarvoor kredieten voorzien zijn op het exploitatiebudget;

● Het aanbrengen van wijzigingen aan een overeenkomst die nodig zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst en die geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % met zich meebrengen;

● Het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten worden geplaatst en de voorwaarden ervan in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet voorziene omstandigheden en die normaal tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren, dit op voorwaarde dat het besluit wordt medegedeeld aan de gemeenteraad die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt;

● Het toetreden tot een aankoopcentrale;

● Het nemen van besluiten voor het aangaan van leningen voor een periode langer dan één jaar inclusief het vaststellen van de leningsvoorwaarden;

● Het nemen van besluiten waarbij de financiële lasten van de opgenomen leningen worden herschikt door die lasten te spreiden;

● Het nemen van besluiten over de vaste belegging van kapitalen voor een periode langer dan één jaar.

Artikel 2

De gemeenteraad delegeert de uitgaven die behoren tot het dagelijks bestuur aan het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 3

De gemeenteraad bepaalt dat het voorafgaand visum wordt gegeven op alle voorgenomen verbintenissen met een budgettaire en financiële impact die het bestuur wenst aan te gaan.

● Er wordt een uitzondering gemaakt voor de verbintenissen die betrekking hebben op het dagelijks bestuur en een waarde hebben van minder dan € 10.000 (excl. btw);

● Er wordt een uitzondering gemaakt voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode minder dan één jaar;

● Er wordt een uitzondering gemaakt met betrekking tot subsidies, toelagen en premies indien het bedrag niet hoger is dan € 1.250.

Artikel 4

De gemeenteraad beslist om de uitvoering van de nominatieve lijst van investeringsbudgetten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Deze nominatieve lijst zal steeds afzonderlijk aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter goedkeuring.

Delegatie wordt eveneens verleend voor investeringsuitgaven die overeenkomstig art. 56, §3, 6 DLB werden gedelegeerd, ongeacht het bedrag van de bijkomende uitgaven, zolang deze binnen het globale investeringsbudget blijven.